Wij versus zij

Het uitzicht uit een vliegtuig is prachtig. Wanneer we vliegen, laten we onze dagelijkse activiteiten, dat wat we belangrijk vinden, achter – meestal tijdelijk. Met het vastkoppelen van onze riemen, koppelen we onze zorgen los. Wolkenvelden, oceanen, woestijnen en berggebieden liggen ver onder ons. Van een afstand ziet de wereld er vredig uit.

 

Andersom geldt hetzelfde: wanneer we rondlopen in ons favoriete park, is de wereld een vreugdevolle en vredige plek. Maar zoeken we een hoger punt en kijken beter, wat zien we dan?

Hoe wij naar de wereld kijken bepaalt niet alleen de plek die we erop innemen, maar het laat ook zien hoe wij denken dat God naar de wereld kijkt.


Een (on)overkomelijke kloof
God is geen God van veraf. Hij vereenzelvigde Zichzelf met ons (Fil. 2:7). Jezus trok op met rijken en de armen. Sterker, in Lukas 4 kiest Jezus ervoor om bij het voorlezen van Jesaja 61 Zich te vereenzelvigen met de armen, met de onderdrukten, met de gevangenen. Alsof Hij aangeeft: ‘Hier richt Ik Mij op’.

 

God maakt geen onderscheid tussen rijk en arm. En wij? We leven in een wereld waar de kloof tussen arm en rijk groter is dan ooit. Vandaag de dag is meer dan 90% van alle rijkdom op de wereld in het bezit van 1% van de wereldbevolking. Komt het door deze kloof dat het lastiger is geworden om de armen als onze naasten, als onze buren, als onze medemens, te zien?

Tegelijkertijd zijn armen en onderdrukten door de globalisering dichterbij dan ooit. We leven in een mondiaal dorp. Ontwikkelingslanden zijn toegankelijk, we weten van de problemen van de mensen die hier wonen, hoe onze daden effect hebben op hun leven.

 

58:
De aangrijpende film 58:[1] laat ons kennis maken met verschillende mensen. Het vertelt ondermeer het verhaal van de Indiase Sanjiv, die moet toezien hoe zijn uitgehongerde kinderen, zonder opleiding, in een stoffige steengroeve werken. Of een voorganger in Kenia die vertelt dat het ‘moeilijk is een gevoel van eigenwaarde te behouden in een plek waar geen toiletten zijn, waar je niet kunt douchen’. Het is ook moeilijk om een gevoel van eigenwaarde te behouden als slaaf, te werkgesteld in een steengroeve of bordeel.

Zoals de voormalig Ethiopishe minister van Justitie, in 58: verteld: “Het ergste is om mensen begraven te zien worden, voordat ze echt geleefd hebben. Overlijden voordat ze potentieel bereikt hebben.”

 

Het Goede Leven
In het westen strekken we ons uit om ‘het goede leven’ te leven. We bouwen aan onze carrière, starten een gezin – en zo nu en dan, ja, zo nu en dan kijken we verder om ons heen. Wat zien we dan? Zien we wat God ziet? Richten we ons op datgene waar Jezus Zich op richtte?

In Jesaja 58:10 staat: “Wanneer je de hongerige schenkt wat je zelf nodig hebt (of: “als u uw hart opent voor de hongerigen”), en de verdrukte gul onthaalt, dan zal je licht in het donker schijnen.”

Hier kunnen we uit opmaken, wat we ook leren uit het leven van Jezus hier op aarde, dat het niet gaat om hoe ‘wij’, het westen, voor ‘hen’ de armen kunnen zorgen. God vraagt dat we ons vereenzelvigen met elkaar – met onze naasten.

 

Gerechtigheid doen is geen zending. Het is geen eenmalige actie, waarbij wij als Gods kinderen van ons eiland afkomen tijdens onze vakantie, om vervolgens weer veilig terug te gaan. Gerechtigheid doen is deel van het evangelie, deel van het goede nieuws. En daarmee is het deel van het goede leven.

 

Caroly Houmes is directeur van International Justice Mission Nederland (IJM), een christelijke mensenrechtenorganisatie. ‘Leef58’ is een gezamenlijke campagne van IJM, Compassion en Micha.

 


[1] 58: is een film gebaseerd op Jesaja 58. Zie de trailer op www.leef58.nl.