Op zondag naar de kerk en op maandag kiloknallers halen?

In een Greenwheels autootje rij ik vanuit Den Haag op weg naar hoeve Rust-hoff in Maasland, het bedrijf van Jeroen en Gusta van der Kooij. Het zonnetje schijnt en de radio speelt toepasselijk I take a ride out in the country van Yola. Ik heb mijn Groene Bijbel meegenomen en ben benieuwd hoe de verbondsbelofte van God aan Noach en alle levende wezens – vogels, vee en wilde dieren – hen aanspreekt en inspireert.

Geschreven door Martine van Wolfswinkel

We zitten aan de keukentafel en pakken de tekst er even bij, Genesis 9:9-10: Hierbij sluit Ik een verbond met jullie en met je nakomelingen, en met alle levende wezens die bij jullie zijn: vogels, vee en wilde dieren, met alles wat uit de ark is gekomen, alle dieren op aarde.

Wat roept zo’n tekst bij jullie op?

‘Dat alles goed zal komen. Maar het is wel een strijd om er te komen. Enerzijds is er de belofte, maar het houdt ook in dat je goed moet zorgen voor wat je is toevertrouwd. Gods belofte is ook voor dieren. Dat geeft verantwoordelijkheid. Iedereen maakt zijn eigen keuzes, daar is iedereen zelf verantwoordelijk voor. Maar kijk wel verder, durf over je schaduw heen te stappen. We zijn zelf ook ergens naartoe gegroeid; het gaat niet van de een op andere dag. Maar als je je erin verdiept, maak je andere keuzes. God geeft wel een belofte, maar we zijn er als mensen goed in om de boel om zeep te helpen.’

Dieren zijn, net als wij, door God geschapen. Heb je dan ook een band met je dieren?

‘Ja, absoluut. Ik vind het mooi om te zien als ze het goed doen. Ik heb altijd een slecht moment als de dieren naar de slacht gaan. Met het ene dier heb ik wel meer als met het andere. Toch is het ook wel weer mooi als ik ze dan in lappen vlees terugkrijg. Het is de realiteit dat ze hier niet allemaal kunnen blijven. Dus het is ook niet erg. Maar ik denk wel dat als ik die emotie niet meer zou voelen, ik dan heel snel zou moeten stoppen met boeren. Dat geldt denk ik voor alle boeren, dat ze iets voelen voor hun dieren. Ook de grote boeren, al zal dat anders zijn dan bij ons.’

Je bent biologische boer, je hebt melkkoeien en ossen voor het vlees én je werkt samen met Natuurmonumenten. Hoe ben je erop gekomen het op deze manier te doen?

‘Dat is een proces geweest van jaren. We zijn hier in 1990 begonnen, daarvoor hadden ergens anders een gangbaar bedrijf; dat gingen we hier voortzetten.’

Jeroen: ‘Tegelijk ben ik al zolang ik boer ben, bezig met de vraag hoe de kringloop op het bedrijf efficiënter kan. Later ging ik ook kijken naar de bodem; ik begon steeds meer te beseffen dat we die aan het uitputten waren. Met de melkproductie ging het ondertussen goed, maar het was lastig om de koeien zover te krijgen. Daar was ontzettend veel voer voor nodig.

Zo’n 15 jaar geleden begon ik me echt af te vragen of dit nou wel de juiste weg was. De koeien gaven genoeg melk, maar waren niet sterk. Daarom ben ik op zoek gegaan naar andere rassen en na wat uitproberen uiteindelijk bij de Blaarkop uitgekomen. Dat is een mooi en sterk Oudhollands ras. Dat was nog voordat we biologisch waren.

Ik wilde het vooral goed doen, het ging me niet om het keurmerk. Maar toen zeiden een aantal mensen in korte tijd ‘waarom schakel je niet om?’. Dat vond ik toch wel bijzonder, dat zagen we als een vingerwijzing. Toen hebben we ons die week erna aangemeld. We hebben sindsdien vooral de manier van voeren veranderd. In plaats van veel geïmporteerd krachtvoer geven we nu alleen nog gras en geplette granen. De koe is tenslotte een graseter, dus andere voeding moet je toch zoveel mogelijk beperken. Het gras komt van ons eigen land, de granen van biologische teelt uit Duitsland.

Momenteel hebben we een veestapel die met een sober rantsoen toe kan. Gras en een beetje granen. Ze geven melk en we hebben er vlees van. Dat gaat goed. En als je ziet hoe ze er nu bij lopen buiten, ze zien er gewoon perfect uit!’

Is dit dan ook de richting waar de hele veehouderij in Nederland naartoe moet of kan?

‘Momenteel krijgt de agrarische sector behoorlijk de zwarte Piet toegespeeld. Maar dingen kunnen inderdaad wel anders. De laatste 30 jaar is een hoop landbouwgrond ingezaaid met gras of mais voor veevoer. Ik denk dat op land waar je akkerbouw kan hebben, je er ook voor moet kiezen om dat te doen. Het totaalplaatje is dat er teveel dieren zijn in Nederland, met name pluimvee en varkens. Daarbij is grond niet meer bepalend voor het aantal dieren en dat zou het wel moeten zijn. Er wordt nu voer geïmporteerd om dieren te voeren, waardoor een mestoverschot ontstaat. Daar moet je vanaf willen. Voer uit de regio is prima, zolang je je mest op je land kwijt kunt.’

Er zijn christenen die ervoor kiezen helemaal geen vlees (of kiloknallers) meer te eten. Hoe kijken jullie daar tegenaan?

‘Tegen Noach werd gezegd dat hij de aarde moest beheren, maar ook de dieren mocht gebruiken als voedsel (Gen. 9:3). Ik heb daar geen moeite mee. Het gaat om het respect dat je hebt voor de dieren. Veel christenen zitten zondag in de kerk en gaan de volgende dag de kiloknallers halen in de supermarkt.’

Gusta: ‘Dat vind ik respectloos. Als je een beetje nadenkt weet je wel waar dat vandaan komt. Je kunt niet de boeren in Nederland de schuld geven en vervolgens goedkoop vlees halen bij de supermarkt. Dat komt vaak niet uit Nederland, maar uit landen waar het dierenwelzijn minder is. Ik zeg niet dat het hier altijd goed is, maar ook niet zo erg als soms in de media wordt afgebeeld. Het is wel ingewikkelder om het goed te doen. Je moet het vlees dan ook haast zelf verkopen, anders is het economisch niet haalbaar.’

Jeroen: ‘Als boer zit je klem in een systeem dat bepaald wordt door de banken en de supermarkten. Pas als het economisch systeem hervormd zou worden, dán kunnen boeren echt anders gaan werken.’

De Micha Zondag is bedoeld voor kerken. Wat zou je willen zeggen tegen de ‘gewone kerkganger’, de consument?

‘Er betaalt altijd iemand de prijs voor goedkoop voedsel. Dus als de consument het niet betaalt, is het de boer, de bodem of de natuur. Wees je daarvan bewust als je melk of vlees koopt.’

Jullie zijn aangesloten bij het initiatief de Burgerboerderij, waarbij boeren producten direct aan de consument verkopen. Hoe loopt dat?

‘Wij verkopen vlees en melk aan huis. Daar is ook vraag naar, omdat mensen dan weten waar het vandaan komt. Voor ons is het belangrijk omdat dat de enige manier is om er een eerlijke prijs voor krijgen. Daarom willen we daar graag mee verder. De uitdaging is de marketing ervan goed op te zetten, zodat mensen ons ook weten te vinden.’

Heeft jullie manier van boeren ook een positief effect op de natuur? Wat zie je daarvan?

‘Als je je dieren ruimte geeft, geef je ook bijen en vogels ruimte. Met het maaien houden we rekening met weidevogels. En dat loont, want na een paar jaar afwachten hebben we er dit jaar heel veel. Dat motiveert, omdat je dan ziet dat je op de goede weg zit. Maar aan het eind van het verhaal moeten wel alle rekeningen betaald worden, en dat is best een uitdaging.’

kiloknallers koeien

Na afloop van het gesprek lopen we nog even naar de stal, waar nog een paar koeien op hun beurt wachten voor de melkrobot. In een andere stal staan de kalfjes die nog te jong zijn om de wei in te mogen. Het zijn inderdaad prachtige dieren, die blaarkoppen. Rondom bloeien de weilanden, deels gepacht van Natuurmonumenten.

Natuur en het boerenbedrijf gaan soms prima samen, blijkt wel. Ik kijk nog even goed om me heen, voordat ik weer terug rij naar de stad. The country satisfies my soul zong Yola vanmorgen. Ik denk dat dat klopt. Reden te meer om consument en boer weer dichter bij elkaar te krijgen, een eerlijke prijs te betalen voor duurzame producten, kiloknallers te vermijden én boeren de kans te geven dit mooie werk te blijven doen.

Download het kerkenpakket van de Micha Zondag over mens én dier.

Gerelateerd