Het gruwelijke gezicht van moderne slavernij

Vier dagen India laten een blijvende indruk achter. Op bezoek in Chennai en Mumbai waar moderne slavernij een gruwelijk gezicht krijgt.

Door Henk Jan Kamsteeg (International Justice Mission)

Talloze kleine schitteringen verlichten de nacht. De lichtjes worden groter nu we de landing inzetten. Gefascineerd en nieuwsgierig kijk ik uit het kleine raampje. Wat zou zich toch allemaal beneden ons afspelen? De komende dagen zal ik een antwoord krijgen op deze vraag. Een antwoord dat mij mijn leven lang zal blijven achtervolgen.

Chennai, India. Een stad met circa zeven miljoen inwoners, in het zuidoosten van India. Op het moment van landen, komt de regen met bakken uit de hemel. Het zouden Gods tranen kunnen zijn voor wat zich allemaal in de stad afspeelt. Want dat er in deze stad veel onrecht plaatsvindt, weet ik door mijn werk bij IJM al. De komende dagen zal ik de gezichten ontmoeten achter de cijfers en de verhalen die bijna dagelijks op ons kantoor in Den Haag binnenkomen.

Moderne slavernij

Wij, een gemêleerd gezelschap van zakenlieden, bestuursleden, een voorganger en ambassadrice van IJM, zijn op bezoek bij het team van IJM in Chennai om na een paar dagen ook langs te gaan in Mumbai. In Chennai houdt IJM zich bezig met de strijd tegen moderne slavernij. En, zo wordt al snel duidelijk, dit is totaal iets anders dan werken voor een hongerloontje of slavernij zoals wij dit uit boeken als de Negerhut van Oom Tom kennen. Wat wij te horen krijgen, zijn verhalen van bruut gewelddadig lichamelijk en seksueel geweld.

Zo ontmoeten wij de 28-jarige Sanji (dit is om privacy-redenen niet zijn echte naam) tijdens een nazorgdag voor bevrijde slaven. Op zijn armen houdt Sanji een klein meisje, die ons onderzoekend met haar grote bruine ogen aankijkt. Sanji, die veel ouder oogt dan hij is, vertelt ons dat hij vijf jaar lang vast zat als slaaf in een rijstfabriek. Net als vele andere slaven was hij in de val gelokt met het afsluiten van een kleine lening voor zijn levensonderhoud. Als tegenprestatie van de lening moest hij in de fabriek komen werken. Wat hij niet wist, is dat hij met het loon dat hij kreeg nauwelijks eten kon kopen, de rente van zijn lening niet kon betalen en zijn lening al helemaal niet kon afbetalen. Samen met vrouw en kinderen werd hij vastgehouden en aan het werk gezet. Sanji moest het onvoorstelbare aantal uren van twintig uur per dag werken. Alleen tussen 6 en 8 uur had hij ’s ochtends en ’s avonds vrij.
Geëmotioneerd vertelt hij dat hun baby ziek werd. Van hun eigenaar mochten zij ondanks hun smeekbedes niet met hun kleintje naar een dokter. De baby overleed. In plaats van dat de jonge ouders hun kindje mochten begraven, werd Sanji verplicht door te werken met het levenloze lichaampje naast hem op de grond…

Tempel

Nauwelijks van de schok van dit verhaal bekomen, horen wij het verhaal over een eigenaar van een steenfabriek die zijn slaven stelselmatig mishandelde en misbruikte. Op de momenten dat de vrouwen niet werkten, kregen zij bezoek van de eigenaar en zijn zoon die hen meenamen naar een tempel die zij op het terrein hadden gebouwd. Daar werden de vrouwen, onder wie een twaalfjarig meisje, verkracht. Bendeleden met wie de mannen nauwe contacten hadden, begonnen dit voorbeeld te volgen.

Het is duidelijk. We hebben hier te maken met een niet te bevatten kwaad waarvan ik tot voor kort geen weet had. Bijna 30 miljoen slaven wereldwijd. Meer dan ooit in de wereldgeschiedenis. Talloze mensen die nauwelijks mogen slapen, uitgehongerd zijn, een slechte gezondheid hebben, voortdurend doodsangsten uitstaan en alle hoop op een normaal menselijk bestaan lijken te zijn verloren. Lijken… Want wanneer wij enkele door IJM bevrijde slaven spreken en hen vragen hoe zij deze omstandigheden hebben overleefd, geven zij als antwoord dat zij altijd hoop hebben gehouden op redding. ‘Er was iets in mij dat mij in leven hield,’ zei de een. ‘We bleven tegen elkaar zeggen dat er redding van buiten zou komen,’ vertelde een ander.

En redding kwam er voor deze mannen, vrouwen en kinderen. Een lange weg van herstel ligt nog voor hen. Pranitha Timothy, nazorgmedewerkster van IJM en betrokken bij honderden bevrijdingsoperaties, vertelt hoe verschrikkelijk net bevrijde slaven er aan toe zijn.

‘De meesten hebben lichamelijke verwondingen door het werk dat zij hebben moeten doen en door de mishandelingen die zij hebben ondergaan. Ook emotioneel zijn zij volledig in de war. Wat doe je als je als man weet dat je vrouw en kinderen regelmatig worden verkracht? En hoe ga je hier als vrouw mee om? We spraken met vrouwen die aangaven dat ze liever dood gingen dan nog langer vast te zitten.’

Door hun levensomstandigheden zijn veel slaven ook niet meer in staat rationeel goed te kunnen denken. Timothy: ‘De plekken waar zij werken zijn vaak ‘open’. De muren om de fabrieken heen zijn er dan ook niet zozeer om de mensen binnen te houden, maar om pottenkijkers te voorkomen. Omdat de slaven nauwelijks slapen en eten, zijn ze verward en proberen niet meer te vluchten. Ook is er – hoe gek dit ook klinkt – een loyaliteit naar hun eigenaar toe. Zo bevrijdden wij onlangs een oudere vrouw die al negentien jaar vast zat. Zij was bij haar bevrijding zo de kluts kwijt dat ze zei niet weg te kunnen omdat zij de lening die haar schoonzoon twee decennia geleden had afgesloten, nog moest afbetalen…’

Misdadig mishandeld

Mooi te zien dus dat IJM het nazorgprogamma van bevrijde slaven zo serieus oppakt. Jaren trekken counselors met hen op. Leren hen keuzes te maken, met geld om te gaan, voor hun kinderen te zorgen. De meest basale dingen om een vrij leven te kunnen leiden. Mooi te zien tijdens de nazorgdag die wij meemaken, is dat de training voor een belangrijk deel wordt geleid door Gowri, ooit zelf slaaf in een boomhakbedrijf, waar zij en haar kinderen misdadig behandeld werden. Nu is zij een voorbeeld, een leider, voor lotgenoten die aan het begin staan van een nieuw leven.

Gowri is er de reden van dat ons reisgezelschap niet geheel stomgeslagen door het zien van al het kwaad in het vliegtuig stapt naar Mumbai, aan de andere kant van India. Gowri en de medewerkers van IJM moeten de lichtpuntjes zijn geweest die ik vanuit het vliegtuig waarnam. Zij zijn degenen die licht brengen in een duistere wereld van geweld, onderdrukking en totale minachting van onze medemens.
In Mumbai aangekomen, wordt alle hoop die wij weer even hadden direct weer weggeslagen. De sloppenwijken die tegen de dure hotels staan aangebouwd, de kinderen die onder bruggen slapen, de stank van de miljoenenstad… Mumbai, de stad waarin volgens de meest conservatieve schattingen 100.000 meisjes dagelijks worden verkocht voor seks. Van hen is 30 procent minderjarig.

We worden door de straten van de grootste rosse buurt van Mumbai geleid. En, zo wordt ons verteld, achter elke deur van elk gebouw schuilt een bordeel met tientallen kamertjes waarin meisjes meer dan tien klanten per dag moeten afwerken.

De straten zijn smerig. Het is druk. Ook al is het nog maar vier uur in de middag. De massaliteit van het drama dat zich in deze buurt afspeelt, wordt duidelijk wanneer we langs een flatgebouw lopen van vijf etages. Vanaf de balustrades worden we toegezwaaid door tientallen vrouwen. ‘Er wonen complete gezinnen in die flat,’ zo vertelt een IJM-medewerker. ‘Het is één groot bordeel.’ Ik zie op de vierde verdieping een meisje staan. Misschien elf, twaalf jaar jong.

‘Onlangs hebben wij drie meisjes weggehaald die werden misbruikt door een eigenaar van een winkel hier,’ vertelt een IJM-collega. ‘De meisjes waren kinderen van een vrouw die hier werkt. Toen we hen hadden bevrijd, kregen wij meer over hun leefomstandigheden te horen. Een van de meisjes vertelde dat zij onder het bed van haar moeder sliep. Dit terwijl haar moeder klant na klant in dit bed ontving.’

Ontdaan van het verhaal, draai ik mij om met de bedoeling verder te lopen. Maar dan sta ik oog in oog met een meisje van wie ik inschat dat zij rond de twintig is. Ze heeft witte poeder op haar wangen gesmeerd en dikke make-up rondom haar ogen. Ik kijk in haar ogen en schrik. Wat ik zie, heb ik nooit eerder gezien. Haar ogen zijn leeg, donker, doods. Ik zie de ogen achter de verhalen die ik regelmatig hoor. Van meisjes die voor nog geen twee euro per klant worden verkracht. Tien, twintig keer per dag. Dit meisje… Hoe zou ze heten? Waar zou ze vandaan komen? Hoe heeft haar moeder haar ooit liefdevol als baby’tje vastgehouden?

Het liefst zou ik haar direct wegtrekken. Haar onderbrengen in het nazorgtehuis voor bevrijde meisjes waar wij eerder die dag op bezoek waren. Maar ik loop door. Sindsdien bid ik elke dag dat mijn collega’s haar samen met lokale overheden bevrijden uit haar hel. En bij elke bevrijdingsactie waar ik nu – veilig terug in Nederland – over lees, hoop ik dat zij een van de geredde meisjes is.

Reddingsoperaties

In de auto spreek ik met een van onze undercovermedewerkers. Hij is tijdens de wandeling in de auto gebleven, zodat hij niet herkend zou worden als medewerker van IJM. In deze straten loopt hij namelijk bijna iedere nacht, terwijl hij zich voordoet als klant en bewijs verzamelt dat de meisjes minderjarig zijn of slachtoffers van mensenhandel. Terwijl wij door de straten rijden, wijst hij aan waar de bordelen zitten en waar er onlangs reddingsoperaties zijn uitgevoerd. 491 meisjes zijn de afgelopen dertien jaar door IJM uit een bordeel bevrijd. ‘In feite waren het er zelfs 1200, maar van de rest kon niet worden vastgesteld of zij echt minderjarig waren of slachtoffer van mensenhandel,’ zo verklaart hij. ‘En het effect van ons werk is ook veel groter. Toen wij hier begonnen, werden jonge meisjes van nog geen tien jaar jong openlijk te koop aangeboden. Mensenhandelaren beseffen inmiddels dat hun misdaden niet langer ongevaarlijk zijn, maar dat ze wel degelijk kans lopen opgepakt te worden en achter de tralies te komen. Handel in minderjarige meisjes is gewoonweg minder lucratief geworden.’

63 mensenhandelaren zijn sinds het bestaan van IJM inMumbai veroordeeld tot een gevangenisstraf. Van alle rechtszaken die in de staat Maharashtra, waarin Mumbai ligt, worden gehouden, eindigt 12 procent in een veroordeling. Van de rechtszaken waarbij IJM het voor bevrijde meisjes opnam, eindigde in 2012 80 procent in een veroordeling en in 2013 zelfs 100 procent.

Het is het rechtssysteem van landen als India waar IJM verandering probeert te brengen. Naast slachtoffers bevrijden, nazorg bieden en daders vervolgen hebben wij als doel voor structurele verandering te zorgen van samenlevingen. Zo heeft India wetten tegen mensenhandel, maar zoals in zoveel landen, lijken de wetten niet te gelden voor de meest kwetsbare en arme bevolkingsgroepen. Heb je geen geld omeen advocaat te betalen, dan ben je vogelvrij. Misdadigers weten namelijk dat zij alles kunnen doen, zonder dat zij de kans lopen opgepakt te worden. Zo vertelt een van onze medewerkers dat je in India meer kans loopt door de bliksem te worden getroffen dan een veroordeling te krijgen voor het verhandelen in minderjarige jongens en meisjes.

En hier probeert IJM verandering in te brengen. Zo trainde het team in Mumbai bijna 800 juristen en meer dan 500 politieagenten. ‘Veel ambtenaren zien wat er in de straten gebeurt in Mumbai namelijk nog ‘gewoon’ als prostitutie en niet als mensenhandel. Helaas moeten we nu constateren dat wanneer de verschillende stichtingen hier zouden stoppen met hun werk, de politie geen benul heeft wat te doen en het erbij zou laten zitten.’

En dus nemen wij afscheid van het team met diep respect voor hun onvermoeide inzet en moed om dit letterlijk levensgevaarlijke werk te doen. Geschokt door de verhalen , bemoedigd door te getuigenissen, maar vooral verdwaasd over wat we de afgelopen dagen hebben gezien en gehoord. En nog steeds…

Nog steeds heb ik de juiste woorden niet voor waar wij nu getuige van waren. Als journalist bezocht ik eerder de sloppenwijken van Nairobi, Kenia, en zag onvoorstelbare armoede. In de buitenwijken van Pretoria, Zuid-Afrika, zag ik de wanhoop die het gevolg was van de aidsepidemie die om zich heen sloeg. Maar wat ik hier had gezien… Nu besef ik, het ene onrecht is niet met het andere te vergelijken. Maar wat ik in zowel Chennai als Mumbia heb gezien, was het kwaad, diepe duisternis. De hel op aarde.

Vermoeid val ik in het vliegtuig op weg naar huis in slaap. Ik word wakker met de lege ogen van het meisje in de straten in Mumbai helder op mijn netvlies. Terwijl iedereen nog ligt te slapen, barst ik in tranen uit. Wat voor nacht heeft zij gehad? Ik durf er gewoon niet aan te denken… En toch dwing ik mij sinds ons bezoek aan India ertoe dit wel regelmatig te doen. Wat wij hebben gezien mag nooit slechts een vage herinnering worden. Niet langer vluchten. Niet langer wegzappen. Maar blijven inzoomen op dit onvoorstelbare kwaad. Met als doel alles op alles te zetten hier binnen de mogelijkheden die ik heb een eind aan te maken. In gedachten kijk ik nog eens in de ogen waaruit het licht gedoofd is.

Wil je meer weten over het werk van IJM of ook in actie komen? Kijk op de site.

Gerelateerd